Een inkijkje in de afstemming tussen Lenteland en de boeren

 

Een regeneratieve boerderij opzetten als een gezond bedrijf, hoe doen we dat? Eens per kwartaal bezoekt het Lenteland team de boerderijen om de ontwikkelingen te zien, de boeren weer echt te spreken en allerlei lastige vragen te stellen. Niels, boer van Erve Kiekebos: ‘Soms wil je die vragen helemaal niet horen, maar het is natuurlijk super waardevol, om goed na te denken over de aanpak. Vijf weten er meer dan twee.’ 

Bij de kwartaal-meetings gaan Wouter, Eline en Anne van Lenteland langs op de boerderijen. Eline: ‘Ik vind dat een van de leukste momenten van ons werk. Natuurlijk omdat we de boeren weer echt spreken en de ontwikkelingen op de boerderijen met eigen ogen zien. En ook omdat we op die momenten met elkaar bezig met het verkennen van nieuwe zakelijke en ecologische kansen.”

 

Met eigen ogen 

Eline: ‘Soms gaan de ontwikkelingen op de boerderij zo hard, dat je ondanks regelmatig contact ook dingen mist. Als je er zelf bent, ervaar je hoe het gaat. Bijvoorbeeld hoe betrokken de buurt is als de koeien uitbreken. Dat iedereen klaar staat met hulp en advies. Het is mooi om dan met eigen ogen te zien dat het wel lijkt te lukken met het betrekken van de omgeving.’ 

De processen

Eline: ‘Er is tijdens die kwartaal-meetings ook ruimte om bepaalde processen in detail te bespreken, wat ook weer leerzaam is voor de andere boerderijen. Zoals de aanplant van een agroforestry deel op een perceel. En bij de Strackxhoeve hebben we laatst meegedacht over het versneld realiseren van een fijne woonplek voor de boeren. We kijken daar nu ook mee naar de ontwerptekeningen van het terrein. Dan sparren we over de fasering van de aanleg, het economische doorrekenen van de plannen en over de balans tussen ecologische voordelen en het efficiënt runnen van de boerderij.’

Ojee, spannend!

Jolien, boer van de Strackxhoeve: Het is heel fijn om hier alles te laten zien, omdat elk seizoen anders is en omdat de boerderij zich op zoveel vlakken ontwikkelt. Dat kan je niet tonen met een paar foto’s.  

‘Bij de eerste kwartaalmeeting dachten we: Ojee, spannend… Maar het is juist superfijn! Het voelt echt als ondersteuning van ons werk. Je merkt dat we allemaal hetzelfde voor ogen hebben en dat we allemaal zoeken naar manieren om meer leven te creëren op deze plek. We krijgen ook hele praktische adviezen. Toen we bijvoorbeeld vastliepen in wat financiële taken, wees Lenteland ons op een agrarisch accountant. Ik wist niet van het bestaan ervan, maar ben er nu super mee geholpen. 

(Op de foto hiernaast zie je Eline en Anne in de buitenkeuken van de Strackxhoeve, na de gesprekken en lunch van de kwartaal-meeting.)

Een derde persoon

Niels, boer van Erve Kiekebos: ‘Wij zijn natuurlijk superdruk, met het werk op het land, de verkoop van de oogst, activiteiten met de buurt. En ook met allerlei nieuwe bedrijfsonderdelen. We hebben nu koeien lopen waarvoor we een stal gaan bouwen, er komt een grote kas, we organiseren diners op de tuinderij (die super succesvol zijn) en we zijn plannen aan het maken voor een goed verwerkingsstation en een buitenkeuken. Dan is het heel fijn en handig als er een team van ‘buitenaf’ betrokken is en meekijkt.’ 

‘Toen Jaap en ik nog een ander bedrijf hadden, zeiden we vaak: we missen een derde persoon. Iemand die financieel onderlegd is en ervaring heeft met investeren. Daarin hebben we nu natuurlijk een hele goede aan Wouter. Ook Anne is een grote hulp, met haar kennis van regeneratieve landbouw. En Eline die precies weet wat er op de andere boerderijen speelt, wat werkt en wat niet.’ 

Wat je zelf niet meer ziet

Jolien: Eline zorgt ervoor dat gesprekken prettig en gestructureerd verlopen als het Lenteland-team hier is. Zij weet de persoonlijke noot er ook goed in te brengen. Daardoor voelen wij de ruimte om te uiten hoe we het ervaren, hoe het met ons gaat. Het zakelijke stuk doet er natuurlijk toe, maar het persoonlijke is ook belangrijk als je zo’n avontuur aan gaat.’

‘Ze kijken allemaal mee naar de plannen en Anne deelt ook haar praktische kennis over het runnen van een ‘no-dig’ markttuin. Bijvoorbeeld over wanneer je plantgoed in de grond zet. Zij benoemt ook altijd wat ze ziet, wat we al hebben neergezet, hoe het perceel zich ontwikkelt. De dingen die je zelf niet meer ziet als je er elk dag rondloopt. Via haar zijn we soms even extra trots op wat we hier doen. Dat werkt heel motiverend.’