Jordy van Eijk is de nieuwe adviseur agroforestry bij Lenteland

 

“Bij het ontwerpen van een agroforestry-systeem zet je de drijfveren van de boeren-ondernemer centraal.”

 

Jordy van Eijk is de nieuwe adviseur agroforestry bij Lenteland. In deze rol gaat hij de Lenteland boeren adviseren over het ontwerp, de aanpak en het beheer van hun agroforestry-systemen. “Het gaat om de juiste boom op de juiste plek, de kwaliteit van plantgoed, economische haalbaarheid en vooral om de drijfveren van de boeren-ondernemers,” vertelt Jordy. “Als de boeren achter hun plan staan en er energie in steken, heb je de grootste kans van slagen.”

Naast zijn werk bij Lenteland is Jordy ook actief bij de Wageningen Universiteit en Stichting ReGeneratie, waar hij boeren begeleidt en agroforestry-tools ontwikkelt. Ook in zijn vrije tijd is hij hiermee bezig. “De scheiding tussen werk en hobby is bij mij niet altijd makkelijk te maken,” vertelt hij. “In mijn vrije tijd bezoek ik ook graag telers en kwekers om nieuwe variëteiten en innovatieve teeltwijzen te ontdekken.”

Functies combineren

Jordy, afgestudeerd in Bos- en Natuurbeheer aan de Wageningen Universiteit, kwam tijdens zijn bachelor permacultuur voor het eerst in aanraking met voedselbossen. “Dat gaf toen zoveel antwoorden op wat ik miste in mijn studie,” vertelt hij. “Binnen mijn opleiding werden natuurbeheerfuncties vaak gescheiden behandeld: houtproductie, recreatie en biodiversiteit. In de praktijk zie je dat ook: aparte gebieden voor productie, recreatie en natuur. Ik denk dat we die functies veel meer moeten combineren. Dat schept nieuwe mogelijkheden en maakt gebieden veel interessanter, voor meer mensen. Een van die functies is natuurlijk ook voedselproductie, want met eten kun je mensen heel goed verbinden aan een landschap. Zo worden we ook weer meer bewust van waar ons voedsel vandaan komt.”

Het voedselbosvirus

Een aantal jaar geleden kreeg Jordy de opdracht om kansrijke gebieden voor voedselbossen in kaart te brengen. Hij wijdde ook zijn scriptie aan dit onderzoek. Zo ontmoette hij verschillende voorlopers die al ervaring hadden met het opzetten en beheren van een voedselbos, zoals Wouter van Eck en Taco Blom. “Vanaf dat moment had ik echt het voedselbosvirus te pakken. Wat me er enorm in aansprak, was de connectie tussen voedsel en natuur, de toekomstgerichtheid, de multifunctionaliteit en ook de maatschappelijke relevantie. Het tikte alle boxen. En het mooie is: zo’n voedselbos kan alle vormen aannemen. Je kunt er eindeloos mee variëren en de opzet aanpassen aan de omgeving, doelstellingen en de betrokken mensen.”

 

Andere agroforestry-systemen

Jordy’s interesse in voedselbossen ontwikkelde zich verder naar andere agroforestry-systemen, waarin naast bomen, struiken en andere gewassen ook akkerbouw (zoals tuinderijen) of veeteelt geïntegreerd worden. “Dat bracht nog meer mogelijkheden,” vertelt Jordy. “Je kan dan nog beter inspelen op verschillende omstandigheden en het aantal bedrijfstakken uitbreiden.” Zo ziet hij bij de Lenteland-boerderijen hoe de tuinderij de overgangsperiode overbrugt, totdat de meerjarige gewassen beginnen te produceren. “De oogst van de tuinderij zorgt al in de eerste jaren voor inkomsten en helpt om mensen betrokken te houden bij de boerderij. Ondertussen kunnen de meerjarige gewassen groeien tot ze vruchten geven.”

 

Vee laten rondgrazen

“Zelf vind ik het opnemen van vee in het systeem ook interessant,” vertelt Jordy. “Dieren hebben een verstorende rol in het landschap. De meest productieve systemen zijn ‘midden-successie-systemen’. Dat zijn niet de volgroeide bossen met grote bomen en een gesloten bladerdak, maar juist jonge bossen en bosranden. Die hebben de hoogste fotosynthesecapaciteit en groeien het snelst, wat zorgt voor de beste groei van ook eetbare gewassen. Vee speelt een belangrijke rol in het terugbrengen van het systeem naar deze fase. Ook helpt de mest van het vee bij het verrijken van de grond, zolang de juiste vorm van begrazing wordt toegepast.”

 

De boer centraal

Bij het bepalen van het ontwerp van een agroforestry-systeem zijn de boeren-ondernemers leidend, benadrukt Jordy. De keuzes die gemaakt worden, zoals de gewassen die je kiest, de complexiteit van het systeem, rechte rijen of glooiende lijnen, wel of geen vee, het hangt allemaal af van de wensen en doelen van de ondernemer. “Ik heb gemerkt dat de drijfveren en volhardendheid van de boeren het meest bepalend zijn voor het succes. Als de boeren-ondernemers achter hun plan staan en er veel energie in willen stoppen, heb je de grootste kans van slagen. Je moet dus heel goed luisteren naar waar hun passie, kennis en energie zitten, en daar het plan op aanpassen. Dan kan er iets heel moois uit komen.”

“Ik begeleid bijvoorbeeld een boerderij waarbij de boer chefkok is. Daar is het agroforestry-systeem deels gericht op de gastronomie. Het heeft een zeer hoge diversiteit aan soorten in lage volumes en specifieke niche producten voor bijvoorbeeld ijs, sauzen en om te fermenteren.”

“Op een andere boerderij heeft een van de boeren een achtergrond in natuurlijk bouwen. Hij gaat cabins bouwen voor bezoekers die voor yoga-retraites komen. Die cabins krijgen allemaal hun eigen plukbos rondom en in het ontwerp worden ook gewassen opgenomen die dienen als bouwmateriaal. Deze boeren zijn enorm gemotiveerd om er een succes van te maken.”

Grote volumes of een niche

“Die verschillende vormen ga je ook terug zien bij de Lenteland boerderijen”, vertelt Jordy. “Bij ’t Gagel, waar ze met een team van vier boeren twintig kilometer aan fruitbomen aanleggen, heb je bijvoorbeeld een heel ander systeem dan bij de Strackxhoeve, waar Brent drie hectare beschikbaar heeft voor agroforestry.”

“Bij de Strackxhoeve hebben Brent en ik in overleg de plantenlijst met gangbare appels, peren en pruimen aangevuld met mooie, bijzondere soorten, waar Brent veel interesse voor heeft. Die passen heel goed bij deze boerderij en bij de afzetkanalen. Brent kan de oogst verkopen aan de restaurants waar hij al goede contacten mee heeft en het is goed te verwerken in de velddiners die op deze boerderij super goed lopen.”

“Op een andere boerderij die ik ondersteun als onderdeel van mijn werk bij de WUR, is het juist weer interessant om te produceren voor een meer competitieve markt. Daar hebben ze zes hectare met notenbomen, waar serieuze volumes van af komen. Op deze boerderij combineren ze de notenteelt heel slim met een voedselboscamping en met Foodwalks. Een activiteit waarbij mensen zelf eten verzamelen en gezamenlijk een maaltijd koken. Ook hier zie je dus verschillende bedrijfstakken om een gezond bedrijf neer te zetten.”

 

Allerlei variaties

“Al die variaties in systemen maakt het heel interessant. Zeker omdat we nog aan het begin staan van deze beweging. De opties en contexten zijn eindeloos en we zijn nog aan het experimenteren, dus dan wil je een open blik houden. Werken met een korte keten creëert ook extra mogelijkheden. Je hoeft bijvoorbeeld minder rekening te houden met eigenschappen die gunstig zijn voor lange transport, zoals bij de groente en fruit in de supermarkt. En je kunt het fruit laten hangen tot het rijp is. Als je zelf soorten gaat kweken voor de lokale markt, kies je veel meer op smaak en voor een interessante variatie.”

“Bij Lenteland ga ik samen met de boeren voor de verschillende boerderijen een passend systeem ontwerpen. Met een enorme variëteit aan gewassen, verschillende stijlen in aanleg en beheer en verschillende soorten afzetkanalen. Daar zie ik enorm naar uit! En voor wie het interessant vindt, we gaan ook monitoren wat dit oplevert.”

 

Je kan het allemaal volgen via de nieuwsbrief, Instagram, Facebook en Linkedin.