Onderzoeker en bioboer Meino Smit promoveerde in 2018 met zijn proefschrift ‘De duurzaamheid van de Nederlandse landbouw’. Op basis van uitvoerig en gedegen onderzoek bracht hij in kaart met welke inzet van land, energie en grondstoffen de landbouw in Nederland functioneert. Een van de belangrijkste conclusies: de huidige Nederlandse landbouw kost veel meer energie dan dat ze opbrengt. In vergelijking met 1950 zijn we er – anders dan we meestal horen – niet op vooruitgegaan. Op veler verzoek heeft hij zijn proefschrift verwerkt tot een voor leken toegankelijke versie met een toegevoegd politiek laagje. In zijn boek ‘Naar een duurzame landbouw in 2040′ schetst hij ook een toekomst voor de Nederlandse landbouw, die voor vele agro-ecologische boeren een grote inspiratiebron is. Lenteland ging met hem in gesprek om te leren van zijn inzichten.
Door Eliane Bakker
Van kantoor naar het land, richting het onderzoeksveld
Meino studeerde in Wageningen en kreeg diverse functies in het bedrijfsleven en overheid, voordat hij in de jaren ‘90 besloot zelf boer te worden. Iets wat hij eigenlijk altijd al wilde, maar omdat hij niet in de opvolgingslijn zat, nooit was geworden. Het boer-zijn bood mogelijkheden om te experimenteren met oplossingen voor de problemen zie hij zag. En naast het praktisch experiment sprak hij zich kritisch uit over het voedselsysteem. “Ik zag allerlei ontwikkelingen in de landbouw die helemaal niet goed zijn. Dat heb ik in Wageningen gedeeld, en toen kreeg ik het aanbod om dat in een promotieonderzoek uit te zoeken.” Dat onderzoek – uiteindelijk een groot pleidooi voor agro-ecologische landbouw – is een grote inspiratiebron geworden voor veel boeren.
Een negatieve energiebalans
In het boek wordt uit de doeken gedaan hoe de intensieve landbouw sinds 1950 voor een heel geringe extra opbrengst zorgt, in relatie tot de kosten en input die ervoor nodig zijn. Met de intensivering van de landbouw hebben we zo’n 17% meer ‘output’ (energieopbrengst: oogst in joule per hectare) weten te behalen, maar dat kon alleen met ruim 700% meer ‘input’ (energiekosten: grondstoffen in joule per hectare) in diezelfde tijd. Daarbij is nu 3,2 miljoen hectare extra landbouwgrond in gebruik genomen (elders in de wereld, bovenop de 1,8 miljoen hectare landbouwgrond in Nederland) om te voorzien in de energie en grondstoffen (bijvoorbeeld veevoer. De maatschappelijke kosten die de landbouw veroorzaakt (geschat op 5 tot 20 miljard euro), zijn hoger dan de netto toegevoegde waarde van de Nederlandse landbouw (6,3 miljard euro in 2020). Het onderzoek stelt: het is dus twijfelachtig of de huidige landbouw zowel maatschappelijk als economisch nog wel een zinvolle activiteit is.
Moeten we dan maar helemaal stoppen met de landbouw? Nee, zegt Meino. Op dit moment is fossiele energie (voor bijvoorbeeld trekkers) een veel goedkopere optie om arbeid te verrichten dan menselijke energie (boeren of loonwerkers). Maar dat systeem is relatief enorm inefficiënt. Kijk naar de geringe toename in opbrengst die we ermee wisten te bereiken. We hebben juist meer boeren nodig, meer kleinschalige landbouwsystemen, en we moeten af van de fossiele brandstoffen om de energiebalans weer positief te maken. “Dat is onontkoombaar.” Maar landbouw zonder trekkers, hoe doen we dat in vredesnaam?
Het goede leven
“Als we naar een lage-input-economie gaan, dan betekent dat een materiële versobering. We gaan naar een soberdere economie, en sommige sectoren zullen verdwijnen. De luchtvaart bijvoorbeeld zal een fossiel worden.” Dat lijkt een verarming, maar de onderliggende vraag is: wat is welvaart, wat is een goed leven? “Sinds de jaren ’70 van de twintigste eeuw is de welvaart blijven toenemen, maar het welbevinden niet. Wat we toen verdienden, was blijkbaar genoeg voor het geluksgevoel. Zelf kan ik kan me van die tijd ook geen gevoel van armoede herinneren.”
Toch gaan we niet terug in de tijd. “We moeten met een open blik nadenken over de mogelijkheden, buiten de bestaande praktijken. Er is veel kennisontwikkeling en innovatie geweest in de afgelopen 70 jaar, en er is ook nog veel te ontwikkelen op het gebied van slimme handwerktuigen.” De ontwikkeling daarvan is tot stilstand gekomen, terwijl sterk is ingezet op arbeidsbesparende technologie, wat heeft geleid tot grotere en zwaardere landbouwwerktuigen.
De baten van een transitie
Op individueel niveau zullen we onszelf dus fundamentele vragen moeten stellen over kwaliteit van leven en een passende levensstandaard. Maar als je kijkt op macroniveau, lijken we er met kleinschalige agro-ecologische landbouw economisch misschien wel op vooruit te gaan. “De landbouw koopt nu voor meer dan 20 miljard euro per jaar aan technologie en hulpmiddelen in. Ze maakt maatschappelijke kosten die bij dat bedrag in de buurt komen, maar betaalt daar niet voor.” De landbouw van de toekomst bespaart zichzelf en de staat dus tussen de 25 en 40 miljard euro. Als je dat inberekent, dan wordt het interessant om arbeid in te zetten. “Ook een CO2-heffing is een goed instrument om dit te bereiken. Daarmee wordt het aantrekkelijker om menselijke energie in te zetten in plaats van fossiele energie. Hier hebben we de politiek voor nodig. Als we wachten totdat de markt het gaat reguleren, zijn we te laat.”
De burger is eerst aan zet
Er liggen dus kansen in de ontwikkeling van lage-input-landbouw, en de politiek is nodig om hiervoor de juiste randvoorwaarden vast te stellen. Zij is nodig om bepaalde systeemveranderingen door te zetten. Maar daarvoor zullen we eerst geluid vanuit de burgers moeten laten horen; een culturele omslag is dus van cruciaal belang. “De politiek is een afspiegeling van wat de mensen vinden. Je hebt ongeveer 25% van de bevolking nodig om het systeem te doen kantelen, en het zijn altijd kleine groepen die die verandering in gang zetten. In dit geval is dat de groep biologische, agro-ecologische, regeneratieve boeren en de consumenten. Die groep moet groeien, zich politiek manifesteren, en reageren op de tegenkrachten. Je moet het spel hard terugspelen, wil je wat bereiken. Daarin zijn ook initiatieven zoals die van Lenteland, van groot belang. Daarmee versterk je de beweging en vergroot je de massa die wil veranderen.”
Vrijdagavond 27 januari spreekt Meino Smit in de Hallse Kerk in Hall (om de hoek bij Lenteland boerderij Erve Kiekebos). Iedereen met interesse in de duurzame productie van voedsel is welkom. Zijn boek “Naar een duurzame landbouw in 2040” (ISBN 9789492326782) is verkrijgbaar in alle (online) boekhandels in Nederland. Beluister ook deze podcast van De Tussenruimte waarin Meino zijn onderzoek uitgebreid toelicht.