“Elke verandering begint met chaos.”

 

Wij waren benieuwd wat de grote winst van de BBB betekent voor regeneratieve boeren. Lenteland bezocht het familiebedrijf van Jan Willem Breukink in Brummen, vlakbij Lenteland boerderij Erve Kiekebos. Deze melkveehouder ziet kansen. “We hebben een partij als de BBB nodig om weer verbinding te maken tussen de consument en de boer. Dat zet een bottom-up transitie in gang.”

 

Jan Willem noemt zichzelf een ‘gangbare regeneratieve boer’. Zes jaar geleden nam hij een grote stap en vormde zijn melkveebedrijf om tot een regeneratieve boerderij met 150 koeien. Sinds dat moment probeert hij de kringloop op de boerderij zoveel mogelijk te sluiten.

Het melkveebedrijf heeft hij van zijn vader overgenomen. “Na de eerste seizoenen begon er al wat te knagen. Ik begon me af te vragen: waarom boeren wij op deze manier? Is dit normaal? En wat is normaal?” Dit soort vragen werden nog prangender toen hij twaalf jaar geleden kinderen kreeg. “Je gaat je dan toch afvragen wat je wilt meegeven aan de volgende generatie”.

Speldenprikjes

Jan-Willem besloot kennis te vergaren over alternatieve vormen van landbouw, van over de hele wereld. “Alle verschillende mensen die je ontmoet zijn speldenprikjes, die je anders laten kijken naar ons ecosysteem en de rol van de mens hierin. Speldenprikjes, die ik nu zelf ook probeer te zetten bij anderen.”

Activistisch

“Ik zie wel dat ik wat meer activistisch ben geworden, omdat ik het gewoon helemaal niet eens ben met het huidige systeem. Een systeem waarin boeren steeds maar meebewegen met wisselend beleid, om de begroting rond te krijgen. Ondertussen is er nauwelijks handelingsperspectief en wordt het gat tussen beleidsmakers, boerenbedrijven en de consument in de stad alsmaar groter.”

Chaos

Jan Willem is niet zo bang voor de huidige onrust in de landbouwsector. “Elke verandering begint met chaos en ontwrichting. De opkomst van de BBB is een speldenprik in de chaos die we nodig hebben als we willen dat ons landbouwsysteem verandert en natuurinclusief boeren een succes wordt. Hij ziet zeker voordelen van het opkomen van een partij als de BBB. “We hebben een partij als de BBB nodig om weer verbinding te maken tussen de consument en de boer. Dat zet een bottom-up transitie in gang.”

Het roer om
Met bottum-up initiatieven kan je volgens Jan-Willem enorm veel bereiken. “Waar een ambtenaar vaak door talloze lagen moet voordat hij enig resultaat ziet van zijn werk, kan een boer morgen kiezen om van koers te veranderen. Hij kan elke dag beslissen om het anders te doen en regeneratief te gaan boeren. Boeren kunnen ook onderling nieuwe afspraken maken, want oplossingen hoeven niet ingewikkeld te zijn.”

De macht om het roer om te gooien hebben volgens Jan-Willem niet alleen boeren, maar ook andere bedrijven, wetenschappers en consumenten. “Mensen hebben vaak geen idee hoeveel macht ze hebben. Consumenten kunnen binnen de kortste keren een winkelketen of bedrijf overbodig maken.”

Het echte verhaal

Als we een transitie in de landbouwsector willen realiseren is het volgens Jan-Willem noodzakelijk dat we het echte verhaal aan de consument vertellen. Het verhaal over waar ons voedsel vandaan komt en hoe het geproduceerd wordt. “Ga met de boerderij de supermarkt in. Deel kennis uit het veld met beleidsmakers in de Provincie en in Den Haag, want die kennis is er vaak niet.”

Het echte verhaal vertellen begint volgens de melkveehouder ook bij het lager onderwijs. “Daarom rij ik volgende week met mijn trekker het dorp in. Zonder omgekeerde vlag, maar met een bak kennis om jongeren op de basisschool te informeren en inspireren over mijn bedrijf. Iedere vezel die we consumeren komt uit moeder aarde. Dat moeten we in de schoolbanken vertellen. We moeten opgroeien met genoeg kennis over de bodem en het ecosysteem om door een holistische bril naar de aarde te kunnen kijken.”

Lange termijn visie
Fantaseren over een ideale landbouwsector voelt voor Jan-Willem zéker niet als idealistisch dromen. “Boeren snakken naar een lange termijn visie. Ze willen een stip op de horizon zetten, verder dan vier jaar. Het zou toch mooi zijn als wij, in ons land, de zaak op de rit krijgen met een regeneratieve landbouwsector. Een sector die bijdraagt aan vele ecosystemen en zorg draagt voor een vitale bodem. Zodat we weer een voorbeeldfunctie bekleden voor de rest van de wereld en de Nederlander weer trots is op onze rol als voedselproducent. Daar ga ik voor.”