Amfibieën-poel en paludicultuur voor meer biodiversiteit
Afgelopen weken zijn ze op de Strackxhoeve volop bezig geweest met twee projecten die de biodiversiteit op de boerderij een flinke boost geven. Brent vertelt over de aanleg van een amfibieën-poel en de paludicultuur.
Belangrijke beestjes voor een gezond ecosysteem
Brent: “De amfibieën-poel die we hebben gegraven zal straks een thuis bieden aan verschillende soorten kikkers, salamanders en libellen. Belangrijke beestjes voor het behoud van een gezond ecosysteem. We verwachten dat ook soorten als de gewone pad, groene kikker en kleine watersalamander hun weg zullen vinden naar deze nieuwe habitat.”
Wat doe je met de grond?
“We hebben de uitgegraven grond van de poel verdeeld over de rest van het perceel. De goede vruchtbare toplaag ligt nu op het stuk waar we bomen gaan planten, zodat ze daar minder nat staan in de winter. En de diepere zandgrond ligt ten noorden van de poel, waarmee er een warmere zuidhellig is ontstaan. Dat wordt een droger, warmer stukje, wat heel goed is in de levenscyclus van veel amfibieën. Hier kan ook weer een ander vegetatietype ontstaan en het helpt bij het vasthouden van water. In tijden van hevige regenval met kans op volledig overstroomde velden, of huizen of heel der dorpen, is dat een niet te onderschatten maatregel in klimaatadaptatie.”
Koolstof opslaan
“De poel en de paludicultuur bevinden zich beide op onze 1,5 ha zeer natte grond. Vroeger bestonden veel van onze contreien voornamelijk uit dit soort natte gronden, venen, poelen, meren en moerassen. Die hebben we allemaal drooggelegd voor land- en stedenbouw. Intussen weten we dat dit soort natte landschappen per vierkante meter meer koolstof kan capteren dan zelfs het amazonewoud! We hebben dus in onze lagen landen een enorm potentieel om onze gronden te herstellen en opnieuw één grote carbon sink te worden.”
Wat je erop kunt verbouwen
“Nu wordt het verhaal alleen maar nog mooier als we op die gronden ook nog iets kunnen verbouwen. Dat kunnen bijvoorbeeld verschillende soorten blauwe bessen, cranberries en aronia bessen zijn. En lisdodde maar ook elzen en populieren zijn mogelijk. Veenmos is ook sterk in opkomst als experimenteel materiaal voor de bouwsector. Maar bij ons hebben we voorlopig gefocust op een halve hectare specifiek voor dit doeleind gekweekte wilgen.”
Voor de bouw
“De wilgen worden vervezeld en tot platen geperst voor isolatiemateriaal. De afzetmarkt bestaat nog niet. Daarom zitten we in een Europees pilootproject om met deze teelt te experimenteren en geïnteresseerden te vinden in de bouwsector en andere boeren te inspireren hetzelfde te doen. Tot deze afzetmarkt ontwikkeld wordt kunnen we zelf de opbrengst aan biomassa heel goed gebruiken voor onze markttuin om eigen haksel en compost te maken, zodat we deze niet langer extern hoeven aan te kopen.”